Toen ik klein was begreep ik weinig van de wereld. Waarom respecteerde niemand mijn veilige ruimte? Waarom moest ik een jurkje aan en handjes schudden als er visite kwam? Waarom gaf die meneer me drie kleffe zoenen? De geur van whisky drong dan al snel mijn neus binnen, iedereen kwam te dichtbij. In alle sociale contacten was ik bang. Mijn zussen en ouders vonden denk ik dat ik niet zo moest zeuren. Dit was de norm, dit was wat hoorde. Ik begreep al snel dat ik me moest aanpassen, wilde ik overleven. Maar stiekem vond ik de wereld eng en daar bleef ik bij. Als ik die meneer volgens de regels had verwelkomd mocht ik snel weer weg, naar buiten. Weg van die buitenwereld. Ik koos ervoor om niet af te wachten tot achter de voordeur, maar rende liever weg via de voordeur.

 

Als dochter van een internist waren er een aantal grondregels. Etiquette en fatsoen, natuurlijk. We waren en bleven een vreemde eend in de buurt. We waren geen locals en een artsengezin tussen landbouwers zorgt bij voorbaat voor sociale druk.

Mijn vader was de zoon van een communist, Theun de Vries. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dat, om even met moderne termen te gooien, wel een dingetje. Communisten waren toen aartsvijand nummer 1. Na de oorlog waren ze dat ook. Aan de andere kant werd de druk óók hoog opgevoerd. Conformeren en vooral niet boven het maaiveld uitsteken.
Mijn vader wilde arts worden, maar werd tegengewerkt door groepsdruk. Uiteindelijk werd hij door de CPN uitgekotst. Hij mocht niet meer naar de hockeyclub, niet meer met vrienden omgaan, niet meer werken bij
"De Waarheid", waar hij inmiddels ook besefte dat dit niet altijd de waarheid was. Kort door de bocht genomen werd hij aangevallen vanuit twee kanten.

Hij zat, koppig als hij was, eenzaam thuis bijlessen te nemen. Zijn doel was mensen genezen en studeren. Leren, leren en nog eens leren. Hij heeft zijn hele leven geweigerd zich te conformeren aan de groep, de druk en de massa. Het resultaat was dat hij als kind opgroeide in een oorlog, als jongere opgroeide als extremist en outcast, als volwassene moest strijden voor zijn dromen en visie en als vader wilde vechten voor drie mooie dochters. Strijd was de rode draad. Toen hij overleed was hij moe. Alleen maar vechten is doodvermoeiend. Maar hij had altijd een zichtbare vijand.

 

De relatie met mijn vader was altijd open, maar nooit zonder weerstand. Zijn opvoeding keerde zich soms tegen hem, want hij wilde, méér dan het doel om gelukkige dochters voort te brengen, dat we kritisch, onafhankelijk waren en bij onszelf bleven. In die veilige ruimte was er ruimte voor stellingen, kritisch denken en tegengeluiden. Onderbouw wat je zegt, sta voor wat je hart je ingeeft en zorg ervoor dat je oog blijft houden voor kwetsbare mensen. Nadenken dus.
Solidair blijven. Neem je verantwoordelijkheid. Ik heb hem hierin, meer dan ik wil, teleurgesteld en ik hoop hem ooit weer te zien, zodat ik kan zeggen hoezeer het me spijt dat ik hem niet méér gerespecteerd heb. Hoezeer het me pijn doet dat ik hem verdriet heb gedaan. Ik zou willen dat ik hem nog om advies kon vragen. Als ouder én als arts.

 

Als kind was ik bang. Mijn zussen en ik lagen liever warm in het hooi bij de paarden dan dat we mensen zagen.
Het liefst ging ik hutten bouwen met mijn beste vriend. We waren de hele dag in het bos bezig met het bouwen van tunnels, boobytraps, zagen, timmeren en klimmen. Vrijheid was de basis, geluk was geen doel maar een gegeven. Maar toen ik ouder werd, werd het onvermijdelijk. Geluk een doel, vrijheid een gegeven. Volwassen worden betekent het loslaten van een utopie. De werkelijkheid dendert sneller binnen dan je wil. Dat doet pijn.

 

Vanavond luisterde ik, na weken innerlijke onrust en nadenken, naar de Corona maatregelen. Ik voelde me weer dat angstige kindje. Mensen zijn eng, niet te vertrouwen en ik heb geen invloed.
De realiteit dringt zich op. En ik kan niet meer terug. Ik moet volwassen zijn.

 

Ik hoor mijn vader fluisteren. "Het komt goed. Blijf kritisch, onafhankelijk, blijf respect houden voor je medemens, maar stand your ground. Ik was vaak eenzaam, maar verloochende mezelf niet. Er zijn nog steeds keuzes, creatieve manieren om te overwinnen. Er is altijd licht. Geef niks op, maar geef. En geef niks weg voor niets".

 

Lieve Mark en Hugo, lieve regelaars, lieve mensen die zich zorgen maken, lieve mensen die bang zijn en zich bedekken of juist niet, lieve extremisten, lieve populisten, lieve pro's en lieve con's, lieve massa en jij als lief mens.. wees niet bang, maar wees gerust. Uiteindelijk is niet de dood, maar wat je doet met je leven wat telt.

 

FdV 13 oktober 2020

 

Foto: faketattoo.nl

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb