Aarde #146

Het is al jarenlang een gespreksonderwerp binnen de filosofie en ook in het heden zijn er veel mensen die zich kwellen over de vraag ‘bestaan er een buitenwereld?’. Ik realiseer mij dat dit niet de meest voorkomende vraag in ons dagelijks leven, maar bij iemand zoals ik komt hij toch wel vaak even langs.

Ik heb nu al bijna een jaar les in het scepticisme op school. Wij hebben het nu over het direct realisme van Berkeley- dit houdt in dat hij gelooft dat alles alleen bestaat binnen onze waarneming en daarbuiten helemaal niet. Ik vind dit een ongelooflijk interessant onderwerp en ben dan zelf ook een enthousiast filosoof in opleiding. Toch is het soms best lastig om jezelf te onderwerpen aan zulke onderwerpen en alle dingen die je kent en ziet om je heen zomaar weg te gooien. Toch wil ik even stil staan bij het bekende filosofische vraagstuk op betrekking tot ons metafysisch bestaan.

Metafysisch scepticisme houdt in dat we, zoals ik al eerder zei, twijfelen aan het materiële bestaan van de buitenwereld. Dit houdt alle mogelijke factoren van een buitenwereld in: kleuren, vormen, grootheid, smaak, enzovoorts enzovoorts. In het metafysisch scepticisme wordt alles wat wij denken te weten over het bestaan van de buitenwereld en het bewijs die wij hiervoor zweren te hebben op de proef gesteld. Het leukste hiervan vind ik dat er zoveel mogelijke opties zijn die allemaal wel iets hebben en waar je bij allemaal er niks tegenin kan brengen. Je kunt namelijk feitelijk gezien het bestaan van de buitenwereld echt niet bewijzen. Voor alle bewijzen die men heeft is er wel weer een of andere filosoof die iets er over te zeggen heeft om zo te zeggen: wat jij zegt, klopt niet. Daarnaast weten we niet zeker of de filosofische opvatting dan wél klopt: kortom, we weten eigenlijk helemaal niet wat wel en niet klopt en zullen waarschijnlijk binnenkort geen bewijs vinden. Je kunt dus met de gekste dingen komen en niemand kan jou eigenlijk vertellen dat het niet waar is. (Diegene kan natuurlijk wel zeggen dat hij het niet met jou eens is, maar uiteindelijk heeft hij geen concreet bewijs dat het helemaal onwaar is.)

Om het filosoferen over het bestaan van de buitenwereld en opvattingen hierover wat gemakkelijker te maken, doen we gedachte-experimenten: hierin stellen we verschillende situaties op en kijken we in ons hoofd hoe dit gaat. Deze komen eigenlijk heel vaak voor, namelijk ook als je erover nadenkt hoe laat je weg moet om je trein te halen, bijvoorbeeld.

Eén van de gedachte-experimenten die ik in de les filosofie heb leren kennen  is het BIV-argument: Brein-In-een-Vat-argument. Hierbij moet je je voorstellen dat jij geen mens bent met lichaam en ledematen: jij bent simpelweg een brein op sterk water ergens in een lab. Om je heen zijn allerlei slimme (maar als je het mij vraagt, nogal "twisted") wetenschappers die besluiten om jouw brein (en tegelijkertijd dus ook jouw lichaam, gedachten, etc.,want alles wat jij bent en meemaakt is alleen jouw brein) een flinke schok te geven op het stuk van jouw brein die ervoor zorgt dat jij kan voelen. Volgens het scepticisme volgt de conclusie dat die schokken die jouw brein ontvangt de reden waarom je dingen kan zien, horen, voelen en proeven. Verder ben je niks dan een homp vlees in water en bestaan de buitenwereld en de dingen die je ervaart eigenlijk helemaal niet. De wetenschappers hebben een manier gevonden waardoor ze jou kunnen laten denken dat alles wat je ziet écht zo is en je hebt geen wijze om er achter te komen, want je weet niet dat jij alleen maar een brein bent.

Dat klinkt best vergezocht, dat weet ik. Toch is het interessant om over na te denken en als je er eenmaal (op een open-minded, licht filosofische manier) een tijdje over nadenkt, lijkt het helemaal niet zo’n gek idee. Je kan namelijk niet bewijzen dat het niet zo is!!! Er zijn velen die zullen zeggen dat ze helemaal zeker weten dan hun lichaam er toch écht is en dat zo’n theorie als het BIV totale onzin is- wat ik immers heel goed kan begrijpen-, maar ze hebben geen bewijs dat het zo is. Alles wat wij voelen en zien zou een pure illusie kunnen zijn en zo geloofwaardig dat we niet eens doorhebben dat het zo is. Dat vind ik het leukst aan het scepticisme: alles wat je bedenkt over het bestaan van de dingen buiten ons, zou waar kunnen zijn, ook al is het pure onzin. Je hebt namelijk geen een manier om te bewijzen dat het niet zo is.

Een ander leuk voorbeeld die tegenwoordig vaker wordt gebruikt is: de simulatie! Het zou heel goed kunnen dat alles wat wij doen en beslissen bestuurd wordt door iemand buiten ons. Ik stel me hier dan miljarden mensen voor die allemaal een eigen avatar mogen kiezen en daarmee een beetje mogen klooien. Er zijn dan grote ruimtes met allerlei computers en apparaten waar de mensen die ons eigenlijk besturen allemaal in samenkomen. Dat is best een goede verklaring voor al het nare in de wereld, of niet? Misschien zijn er gewoon een stelletje klojo’s die zich verveelden en voor de grap besloten om een simulatie op te starten waarin er idioten als Trump aan de macht zijn in de wereld. Er is dan vast ook een heel andere wereld waarbij ze wél iemand achter de computers hebben gezet met verstand… Daar wil ik dan wel een keer heen. Vooral het voorstellen dat er mensen zijn die dan een soort spel spelen genaamd ‘Aarde #146‘ (er van uit gaande dat er al honderden eerdere simulaties geweest zijn) en dat wij en alles wat wij doen, zien en voelen niets meer is dan een simulatie, is voor mij persoonlijk een leuk gedachte-experiment.

Ik heb nu wel door dat dit voor vele mensen allemaal nogal vergezocht is en niet erg geruststellend. Ik vind het echter toch fantastisch dat wij mensen kunnen nadenken over ons eigen brein en eigen bestaan en absurde oplossingen kunnen verzinnen op vragen waar we geen antwoord op weten. Deze oplossingen zijn natuurlijk allemaal ‘wat-als’, maar je kan niet zeggen dat ze helemaal niet waar zouden kunnen zijn. We zullen dan ook nooit op een goed, vast antwoord komen die ons laat zien of alles nou zo is als wij willen of denken dat het is. Ja, misschien na de dood, dat we eindelijk te horen krijgen wie ons nou zo lang voor de gek heeft gehouden of dat alles misschien wel zo is als we denken dat het is. Tot die tijd blijf ik me aan de gestoorde gedachte-experimenten van de gekke filosofen houden en zal ik mij afvragen of alles wat ik meemaak nu wel echt is, in de hoop dat het me nog wat plezier oplevert.

JE

 

2017