
Logischerwijze is de gaswinning in Groningen een van de belangrijkste onderwerpen in de provincie. Als er gaswinning in Amsterdam zou hebben plaatsgevonden zouden de Amsterdammers luid pratend op de hoek van de straten staan. Het zou diverse culturen met elkaar verbinden, want er is dan maar een gezamenlijke vijand.
Als er naar gas geboord zou worden in Amsterdam, of een andere grote stad zoals Rotterdam of Den Haag, dan zouden de bewoners ruiten ingooien, protesteren op het Museumplein of Malieveld, er zouden diverse politici op kansels schreeuwen dat dit niet zo kan en alle lokale media zouden verslag doen tot iedereen er gillend gek van werd.
Maar in Groningen is het de stilte die het gespreksonderwerp zo beladen maakt. Natuurlijk zijn er protestbewegingen en vakorganisaties die zich sterk maken voor een veilige omgeving. Maar er hangt altijd een beladen energie omheen.
De Groninger. Het beeld van een stugge boer die over de horizon tuurt nadat hij zijn land bewerkt heeft en de koeien gemolken, dat beeld; het is in 99% van de gevallen niet waar. Ja, wel dat er boeren zijn, maar stug zijn de Groningers allerminst. Eerlijk, recht door zee. Dat wel.
En je krijgt altijd en overal ontbijtkoek bij. Of je krijgt, als je pech hebt, vele potten eigengemaakte bramenjam of pruimen, moesappels en peren mee.
Eind jaren ‘50 begon die gaswinning en de bel bleek een van de grootste ter wereld. Dus je krijgt de machtswellustelingen en hebberige geldzoekers echt niet weg voordat die bel helemaal leeg gezogen is.
De platforms lijken wat mij betreft op grote muggen die ongestoord bloed kunnen zuigen. Het zijn onnatuurlijke bulten die het verder vredige landschap ontsieren.
De schade, de aardbevingen, het onveilige gevoel, het moeten verhuizen, de onzekerheid of het ouderlijk huis wel behouden blijft… het zijn zaken waar men niet graag over praat, maar wel vol van is.
Het is vergelijkbaar met een vader die net zijn kind heeft verloren. Hij zwijgt en niemand durft hem te vragen hoe het gaat, bang voor wat er los kan komen. De Groninger zwijgt. Hij weet namelijk dat de woorden verloren zullen gaan in de weidse wind. Hij kijkt op, zegt even iets wat je direct raakt in je ziel, en mompelt dan: “het is al goud, tied voor koffie”.
Misschien is het de koppigheid van de Noorderling of de gewenning. Misschien is het stiekem ook wel omdat een neef of nicht bij de NAM werkt. En die kan je het niet kwalijk nemen, want bij schaarste in werkgelegenheid moet je iets om je kinderen te verzorgen.
Laat ik me er maar niet aan wagen. Ik weet niks en het blijft giswerk.
Wel denk ik dat, als de NAM eindelijk vertrokken is, de winningsgebieden uitgeput, de platforms en opslagplaatsen verwilderd door verlating en er geen geld meer te halen valt alleen te betalen valt, dat de Groninger nog steeds staat.
Turend over zijn weiland, denkend aan zijn bietenoogst.
Met alle geweld van de wereld krijg je de NAM niet weg, maar er is nog een sterkere entiteit en dat zijn die stugge Noorderlingen en hun kruidkoek.
De Groninger zal overwinnen en alles overleven. Maar, waag het niet om hier dan teveel ruchtbaarheid aan te geven. Want praten is zilver, zwijgen is…
FdV (2017)
Maak jouw eigen website met JouwWeb