
Afscheid
"Het meest schrikwekkende van alle kwaden, de dood, betekent niets voor ons, gezien het feit dat zolang wij er zijn, de dood er niet is, en dat als de dood gekomen is, wij er niet meer zijn.''. Zo schreef Epicurus (341-270 v. Chr.).
De afgelopen weken denk ik veel na over dood en overlijden. Niet omdat ik depressief ben of suïcidaal, maar omdat het thema nu in alle lagen van mijn leven doorsijpelt.
Betekent de dood NIETS voor mij?
Gisteren ontdekte ik een stoet mieren. Ze liepen richting aanrecht alsof ze een polonaise deden tijdens carnaval. Ik was niet blij met ze; ook al heb ik niets tegen ze, ik wil ze liever niet in huis. Al snel, tijdens het afwassen, vonden zeker 6 mieren de dood. Ik deed het snel. Mijn sponsje met Dreft doordrenkt drukte ik op de kleine, ijverige lijfjes.
Ik zei zelfs nog even sorry.
Ik vind de dood eng. En tegelijkertijd is het een bevrijding.
Het idee dat iedereen, alles, ieder mens, ieder dier, een keer doodgaat is een geruststellende gedachte.
Mijn opa en oma deden het. Mijn oude rode kat kon het. De merel in de bek van een buizerd onderging het. En de mieren, hoogstwaarschijnlijk de verkenners van hun infanterie, beseften het (hopelijk kort).
Dood gaan is iets universeels, iets onvermijdelijks. Zelfs de grootste lafaard kan er niet aan ontkomen. Dat stelt me wel gerust.
Als een einde nadert, zoals in een toneelstuk, schieten herinneringen, angsten, verdriet en liefde, warmte en kilte door elkaar. De aanzet tot doodgaan is een mengelmoes van alles wat passeerde. Alle negatieve zaken, emoties of herinneringen worden onwillekeurig afgewisseld met de positieve varianten.
De dood betekent IETS voor mij.
Het betekent dat ik steeds meer geniet van wat het leven mij biedt. Ik probeer, ondanks een deken van sluimerend verdriet dat me soms overmant, te genieten van de lentezon. En te lachen om een spelend dier. Ik voel dieper, intenser en meer dan als de dood er niet zou zijn.
De dood, als hij komt, is nietsontziend. Ouders die je ooit als sterk, krachtig, levendig en onverwoestbaar zag, krimpen tot gele, gerimpelde en magere lichaampjes.
Ze schamen zich een beetje voor die intreding. Wat heel gek is, want als je liefhebt heb je de ziel lief en niet het omhulsel.
De dood is iets wat plaats neemt als ik er niet meer ben. Als ik dood ben, ben ik er zelf niet meer. Ik zou de dood dus lief moeten hebben; zolang hij er niet is, ben ik er nog.
Soms is de dood welkom. Dan is loslaten het meest liefdevolle dat je kunt doen.
Ik zag het in jouw ogen, pap, jij die al enige tijd accepteerde dat de dood eraan komt. Ik zag een glinstering van zelfverzekerde berusting in je ogen. En daardoor kan ik jouw dood ook beter accepteren.
De dood betekent gemis voor mij.
Als de dood komt en als je je opeens realiseert dat het zo dichtbij is, en zo ongrijpbaar, ga je op zoek naar houvast.
Wat is gemis?
Wat is rouw? Wat houdt het in dat jij er niet meer bent?
Onverwacht of soms gewenst; niets is zo definitief als dit.
Jij bent er niet meer. Nooit meer. Ik heb het vaker gezien, die dood. Het geeft een grauwe laag over je leven, totdat de zon van deze wereld er weer door dringt.
Het slaat ontegenzeggelijk een gat in je ziel, in je hart. Iets wat niet meer opgevuld kan worden. Maar dat iets wordt wel deels overschaduwd door nieuwe dingen. Liefde, kleur, tijd.
Ik kijk naar het hondje dat nu op mijn bank ligt. Het is een oud hondje, maar nog vitaal. Hij heeft de hele dag gewandeld en dingen gedaan die honden moeten doen. Hij denkt niet aan morgen. Hij kruipt op de achterbank van mijn aftandse Audi en zou precies hetzelfde doen bij een BMW Q5. Hij reist door 4 provincies en ligt languissant te hangen op het kussen dat ik voor hem heb neergelegd.
Hij heeft geduld, want hij verwacht niets meer dan liefde, eten en goede zorgen.
Mijn katten rollen zich op, na een dag door de bossen struinen. Ze zijn niet bang, niet bezorgd en piekeren niet. Ze slapen binnen 3 minuten. Alleen als ze het openmaken van een blikje kattenvoer horen worden ze wakker.
Ik benijd ze.
Ze maken zich niet druk. Hebben een schoon geweten. Nooit de zorgen, nooit die pijn van wat gaat komen.
Loslaten en acceptatie is het opgeven van de hoop op een beter verleden.
Eergisteren overleed een vrouw van 34 jaar oud met 2 jonge kinderen. Ze was een baken voor veel mensen. Een optimist, positief en vrolijk. Levenslustig, zo zou je haar kunnen omschrijven. Ze was ook wijs. Misschien was dat een voorbode; het universum geeft wijze mensen te weinig tijd hier op aarde.
Haar dood is als een straf voor velen; haar familie, vrienden, haar collega's en kinderen.
Maar is haar dood een straf voor haarzelf?
Of is het de ultieme bevrijding?
Ik hoop het voor haar. Ik hoop het voor jou, als lezer. Ik hoop het voor jou, papa.
Ik hoop dat het zo is. De Grote Sprong Voorwaarts.
Papa, ik mis je. Jouw dood is een gemis.
Dat betekent de dood voor mij.
Mijn dood, dat is het minst interessante wat er is.
Maar jouw dood en de dood van het hondje, de katten, de zussen, de moeders, de vrienden, de geliefden, de wijzen, de avonturiers, de exen, de gepijnigden, de eenzamen, de klootzakken, de mieren, de rode katers, de vragen, de machteloosheid, de wanhoop, de glimlach, de discussies, de intieme gesprekken, de openbaringen, de vrijheid, de onvoorwaardelijke liefde, de bomen, de zee, de opmerkingen, de creativiteit, de oprechte interesse, het wegvallen van LIEFDE...
Dat is de dood voor mij.
De dood betekent niets voor mij.
Het krijgt pas betekenis als de tijd alleen delen heelt.
FdV juni 2019
Afbeelding: www.bedrock.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb